Metrieke stelsel

De wattuh? Het metrieke stelsel. De lineaal waarlangs we allerlei eenheden kunnen leggen. Om het rekenen wat makkelijker te maken is het handig om hier iets vanaf te weten!

Here we go!

Het metrieke stelsel kun je zien als een balk die loopt van links naar rechts. Ga je een stapje naar rechts, dan gaat er een nulletje af en wordt de maataanduiding tien keer zo groot dan de maataanduiding aan de linker zijde. Ga je naar links, dan is het precies andersom: een nulletje erbij en de maataanduiding wordt tien keer zo klein.

Bijvoorbeeld: een centiliter (cl). Rechts daarvan staat de milliliter (ml). Er gaan tien milliliters in één centiliter. En één milliliter is 1/10 centiliter, of 0,1 centiliter. Dit geldt niet alleen voor de maataanduiding van inhoud, maar ook voor die van lengte en van gewicht.

Aan de hand van een illustratie maak ik het hopelijk allemaal wat duidelijker.

Van links naar rechts zie je op de ‘lineaal’: Kiloliter, hectoliter, decaliter, liter, deciliter, centiliter en milliliter. Daaronder zie je twee pijlen. De pijl van links naar rechts staat voor vermenigvuldigen met 10. Die van rechts naar links staat voor delen door 10. Dat betekent bijvoorbeeld, dat wanneer je wil weten hoeveel deciliter (DL) 1 liter is, je één sprongetje naar rechts maakt. En naar rechts betekent vermenigvuldigen: 1liter (L) x 10 = 10 deciliter. Wil je weten hoeveel milliliter er in 1 liter gaan, dan moet je in totaal drie sprongetjes naar rechts maken:

1 liter (L) x 10 = 10 deciliter; 10 deciliter x 10 = 100 centiliter (CL); 100 centiliter (CL) x 10 = 1000 milliliter (ML)

Óf, en dat is sneller: 1 liter x 1000 = 1000 milliliter. Voor elk sprongetje naar rechts doe je er een nul bij. Voor drie sprongetjes gebruik je dus drie nullen.

De andere kant op, dus van klein naar groot, moet je juist delen. Want stel, je hebt 1000 centiliter, hoeveel liter is dat dan? Easy: 1000 centiliter/100 = 10 liter. Waarom delen door 100? Omdat je twee stapjes naar links gaat, en voor elk stapje komt er een nul bij, net als bij het vermenigvuldigen.

Het bovenstaande voorbeeld is een makkelijke om mee te beginnen. Maar dan hebben we ook nog zoiets als komma’s. WAAAAAAT?! Rustaaaagh, ik leg het je uit:

Je hebt 1 milliliter, hoeveel deciliter is dat? Van milliliter naar deciliter is twee sprongetjes naar links. Twee maal delen door 10 dus: 1 milliliter/10 = 0,1 centiliter. En 0,1 centiliter/10 = 0,01 deciliter. Ook hier kun je de route naar het antwoord versnellen: 1 milliliter/100 = 0,01 deciliter. Twee sprongetjes is tenslotte twee nullen.

Tenslotte nog een afbeelding van gewichten binnen het metrieke stelsel. Omrekenen doe je op exact dezelfde manier als bij de liters.